Op dinsdag 4 april organiseerde GAIA een netwerkdiner met VN-Vrouwenvertegenwoordiger Jamila Aanzi in Amsterdam.

Een bedrijfseconoom tussen de aardwetenschappers: het klinkt wat vreemd. Toch werkt Jamila Aanzi, de special guest van het GAIA Netwerkdiner in de Amsterdamse Tolhuistuin, normaliter als freelance consultant in de financiële sector. Maar Aanzi was dinsdag 4 april niet aanwezig om ons economisch advies te geven. Nee, ze was eregast omdat ze dit jaar Vrouwenvertegenwoordiger bij de Verenigde Naties is. Al sinds de oprichting van de VN, op 24 oktober 1945, stuurt Nederland elk jaar een vrouw mee met de regeringsdelegatie naar de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York. Zij spreekt daar namens de Nederlandse vrouwen de regeringsleiders van de lidstaten toe over noodzakelijke verbeteringen in de positie van vrouwen wereldwijd. Nederland is het enige land dat een speciale Vrouwenvertegenwoordiger heeft.
Aanzi is net terug van een verkennend bezoek aan de VN in New York. Haar speech zal in oktober zijn, en tot die tijd verzamelt ze input voor haar lezing door met vrouwen in gesprek te gaan. Geen betere plek om daarmee te beginnen dan bij GAIA: het netwerk voor vrouwen uit de aardwetenschappen.
Met zo’n twintig vrouwen – van studenten tot hoogleraren – gaan we met Jamila in gesprek over onze ervaringen. Welke man-vrouwverschillen komen we tegen in de academische wereld en in het bedrijfsleven? Een verschil in salaris, bijvoorbeeld. Jamila vertelt ons dat het vandaag in de Verenigde Staten equal pay day is. Deze dag geeft aan hoe groot de inkomensverschillen nog altijd zijn. Vrouwen verdienen in de VS ruim 20 procent minder dan mannen met een soortgelijke functie. Om een gevoel te krijgen wat dat inhoudt, is de equal pay day in het leven geroepen: de eerste drie maanden van het jaar, tot aan deze dag, werken vrouwen feitelijk voor niets. In Nederland zijn de inkomensverschillen ook nog altijd hoog: zo’n 17 procent.
Hoe dat komt? Omdat vrouwen vaker parttime werken, oppert een van de GAIA-vrouwen. Maar er speelt ook nog iets anders mee: vrouwen durven vaak minder goed te onderhandelen. Aanzi: ‘Ze denken al sneller: nou, dit is een prima salaris. Terwijl mannen denken: eens kijken of er nog iets meer te halen valt.’ Een van de deelneemsters knikt. ‘Ik werk bij een oliemaatschappij en toen ik daar in dienst kwam en keihard ging onderhandelen over mijn salaris, keken ze raar op. Dat waren ze duidelijk niet gewend. Misschien komt het door mijn Mediterrane roots… In Zuid-Europa zien we onderhandelen toch sneller als een leuk en geoorloofd spelletje.’
Na de borrel is het tijd voor het diner. Over de rekening hoeft niet eens te onderhandeld worden: GAIA trakteert. Bedankt!

Bron: Nederlandse Vrouwen Raad