In wetenschap.nu verscheen eind november een artikel geschreven door Gerrit Dusseldorp over de samenhang tussen stenen werktuigen en het (paleo)dieet.

Om te achterhalen waarom mensen miniatuur-werktuigen gaan maken tijdens de laatste ijstijd, onderzocht ik een vindplaats uit Lesotho met Dr. Justin Pargeter, hoofd van het African Palaeosciences Laboratorium aan New York University. Wij laten zien dat de technologische ontwikkeling leidt tot grotere efficiëntie in de productie van cutting edge (snijrand). Deze innovatie valt grofweg samen met een uitbreiding van het menu. De ontwikkelingen in het dieet en in de technologie lopen niet perfect parallel. Er zijn dus nog meer factoren in het spel.

In mijn vorige blog schreef ik over een ingrijpende technologische reorganisatie in zuidelijk Afrika tussen 50.000 en 20.000 jaar geleden. Dat gebeurt tijdens een zeer instabiele en koude periode van de laatste ijstijd. Dat kán toch haast geen toeval zijn? Veel collega’s en ik vermoedden dat het te maken heeft met de manier waarop mensen zich aanpassen aan de veranderende omstandigheden.

In een koudere omgeving is prooi schaars en moeten jager-verzamelaars zich flexibel opstellen. Ze breiden hun menukaart uit en gaan experimenteren met nieuwe soorten prooi, zoals vis. Die veranderingen in techniek en dieet zouden met elkaar samen kunnen hangen. Maar hoe test je dat? Met mijn collega heb ik de steentechnologie en prooi bestudeerd die mensen tussen 30.000 en 12.000 jaar achterlieten op een vindplaats in Lesotho.

De vindplaats, Sehonghong, ligt in het koudste deel van zuidelijk Afrika: het hooggebergte in Lesotho. De plek is een grote grot op bijna 2000 meter boven zeeniveau. Die grote hoogte is voor ons onderzoek een voordeel. De vindplaats is daardoor een spreekwoordelijke kanarie in een kolenmijn. De gevolgen van het steeds koudere klimaat hebben mensen hier het eerst en het hardst gevoeld.

Lees het hele artikel op wetenschap.nu via deze link.