De kranten stonden er afgelopen maand vol mee: bosbranden in Zuid-Afrika, Spanje, Portugal… Door de toenemende droogte en stijgende temperaturen lijkt het risico op natuurbranden wereldwijd alleen maar groter. Toch brandt er tegenwoordig per jaar zo’n 1,2 miljoen vierkante kilometer minder land af dan eind jaren negentig.

Tussen 1998 en 2015 iging er 15 tot 35 procent minder land in vlammen op. Vooral in savannegebieden zijn de branden in aantal en omvang afgenomen. Dat concludeerde een internationaal onderzoeksteam afgelopen week in Science. Hoofdonderzoeker is de Nederlandse hydroloog Niels Andela, alumnus van de Vrije Universiteit Amsterdam en werkzaam in de Verenigde Staten bij NASA.

De onderzoekers kwamen tot hun conclusie door uitgebreide analyse van satellietbeelden. Volgens Andela komt de afname van de bosbranden vooral door een intensivering van de landbouw in savannegebieden: doordat mensen op dezelfde plek blijven in plaats van rond te trekken, hebben ze er meer baat bij om de branden te bestrijden. In tropische bossen in Zuid-Amerika nemen de bosbranden juist af doordat er minder bomen in brand worden gestoken – dit gebeurde voorheen om landbouwareaal te creëren.

De afname van de hoeveelheid bosbranden is niet alleen maar positief: af en toe een grote brand zorgt ervoor dat de savannes open blijven, en dat is belangrijk voor veel diersoorten die er hun leef- en jaaggebied hebben. Ook komen er minder roetdeeltjes in de lucht die zonlicht reflecteren (en daarmee een afkoelend effect hebben). Anderzijds zorgen minder branden natuurlijk wel voor minder CO2-uitstoot.