In januari 2013 werd het eerste Nederlandse onderzoekslaboratorium op Antarctica geopend. Het tijdschrift Deep Sea Research publiceerde vorige maand een overzicht van het onderzoek dat in het lab is uitgevoerd, en van de bijbehorende resultaten. Het Dirck Gerritsz-laboratorium is gevestigd op Rothera, het onderzoeksstation van de British Antarctic Survey in het westen van het Antarctisch Schiereiland. Het belangrijkste doel van het Nederlandse NWO-lab is om te achterhalen wat de opwarming ter plaatse betekent voor het mariene ecosysteem.

Het Dirck Gerritsz-laboratorium bestaat uit vier door het NIOZ gebouwde mini-laboratoria in mobiele zeecontainers. Twee zijn uitgerust als ‘Dry lab’, waarin kwetsbare apparatuur kan worden opgesteld, Ć©Ć©n als ‘Clean Lab’ ā€“ speciaal geschikt voor onderzoek naar spoormetalen in zeewater – en Ć©Ć©n als ‘Wet Lab/Cultivation Lab’, voor de uitvoering van experimenten met levende algen.

‘Het westen van het Antarctisch Schiereiland is vanwege zijn ligging en relatief warm klimaat een regio waar veel internationaal onderzoek naar het mariene ecosysteem gedaan wordt’, zo staat op de NWO-website te lezen. ‘Afgezien van enkele plekken in het Noordpoolgebied, is er nergens ter wereld een gebied dat zo snel opwarmt als het Antarctisch Schiereiland.’
De hoeveelheid zeeijs neemt af, de atmosfeer wordt warmer, de temperatuur van het zeewater stijgt en gletsjers trekken zich zich terug. De afname van de hoeveelheid ijs is vooral te wijten aan opwarmend zeewater dat de in zee liggende gletsjers laat afkalven. De teruglopende hoeveelheid zeeijs is van invloed op de hoeveelheid algen, die als basis voor de gehele voedselketen in het gebied dienen, en die ook weer invloed op het klimaat hebben.

NWO en BAS maakten het artikel samen open access (Michael P. Meredith, Jacqueline Stefels and Maria van Leeuwe, Marine studies at the western Antarctic Peninsula: priorities, progress and prognosis, Deep-Sea Research Part II, http://dx.doi.org/10.1016/j.dsr2.2017.02.002).