Een internationaal en interdisciplinair onderzoeksteam, geleid door de Universiteit Utrecht, heeft complexe organische moleculen ontdekt op 20 kilometer onder het aardoppervlak. Nog niet eerder werden sporen van leven aangetroffen op zulke grote diepte.

De moleculen zaten ingekapseld in gevangen in rotsfragmenten die via enorme moddervulkanen op de zeebodem terecht zijn gekomen, zo is te lezen op de universiteitswebsite en in Proceedings of the National Academy of Sciences (PNAS).

De moddervulkanen bevinden zich boven de Marianentrog, waar de Pacifische Plaat onder de Filipijnse Plaat duikt. Het vocht dat tijdens de subductie vrijkomt, zorgt voor chemische reacties bij de onderliggende rotsformaties. Deze zogeheten serpentinisatie voorziet mogelijk het leven diep in de aarde van energie.

“Het is een soort flessenpost”, vertelt Oliver Plümper, aardwetenschapper aan de Universiteit Utrecht, op de universiteitswebsite. “Hoewel we niet met extreme precisie de exacte oorsprong kunnen aanwijzen van het organisch materiaal, duidt onze chemische analyse op leven heel diep binnen of zelfs onder de moddervulkaan.”

 

De warmtegrens voor leven ligt op 122 graden Celsius. Dat strookt met de temperaturen onder de moddervulkaan. Dit suggereert dat leven kan bestaan tot tien kilometer onder de Marianentrog.

“De moddervulkanen vormen een uniek kijkvenster in de diepe ondergrond, en geven ons de mogelijkheid om processen te herleiden die anders verborgen blijven”, vertelt aardwetenschapper Helen King op de universiteitswebsite. “De vondst van het organisch materiaal in de omhooggespuwde gesteentes was bijzonder aangezien ze mogelijk wijzen op een diepe biosfeer onder de moddervulkanen.”