Twintig tot dertig miljoen geleden, toen de CO2-concentraties in de atmosfeer ongeveer gelijk waren aan de huidige waarden, vond er afwisselend enorme uitbreiding en krimp van de Antarctische ijskap plaats. Dat stelt een internationale groep aardwetenschappers – onder meer afkomstig van de Universiteit Utrecht – vast in een publicatie in PNAS.

De onderzoekers hebben het over cycli van ongeveer 100.000 jaar met enorme uitbreiding en krimp, ter grootte van wat nu de hele Oost-Antarctische ijskap is. Dr. Diederik Liebrand, eerste auteur van de publicatie en aardwetenschapper aan de University of Southampton, zegt op de UU-website:  “Het onderzoek laat zien dat langzame, natuurlijke klimaatverandering in staat is enorm snelle veranderingen in de volumes van de ijskappen teweeg te brengen, en daarmee dus de zeespiegel.”

Prof. dr. Lucas Lourens, aardwetenschapper aan de Universiteit Utrecht en nauw betrokken bij het onderzoek, op dezelfde website: “We weten nog niet precies hoe die ijskap zo snel kon smelten en groeien. We vermoeden dat het te maken heeft met geologische processen: Antarctica onderging door de tijd heen hoogteverschillen van zo’n 600 meter. Ook blijkt uit eerder onderzoek dat groei en krimp van de ijskappen de lokale temperatuur sterk beïnvloedt, met feedbackloops als gevolg en dus versnelde krimp en groei.”